Gemeente komt jaarlijks vooralsnog circa half miljoen euro tekort voor sporthal bij nieuw zwembad

Dinsdag heb ik anderhalf uur koffie gedronken met wethouder Roel Beems, die verantwoordelijk is voor het zwembad-dossier. Het gesprek vond plaats op initiatief van Beems, die graag meer uitleg geeft over de komst van het nieuwe zwembad. Zonder sporthal, want daar is geen geld voor. De afgelopen weken schreef ik hier artikelen over, waarin ik ook aangaf dat de gemeente mij vooralsnog niet kon voorzien van twee belangrijke onderzoeken. Die onderzoeken gaan respectievelijk over de business case die duidelijk maakt dat de gemeente nu alleen budget heeft voor een zwembad en over de staat van het huidige zwembad, de Witte Brug.

De gemeente moet bezuinigen en spaarzaam met zijn geld omgaan om de komende jaren zwarte cijfers te schrijven. Daarom komt er alleen een nieuw zwembad, waar de gemeenteraad maximaal 1,2 miljoen per jaar aan bij wil dragen. Zou daar direct een nieuwe sporthal bijkomen, dan schiet de bijdrage omhoog naar circa 1,7 miljoen euro per jaar. Die vijf ton per jaar is er simpelweg niet.

Wachten met de bouw van het nieuwe zwembad totdat er wél structureel vijf ton per jaar vrijgemaakt kan worden, doet de gemeente ook niet. De Witte Brug luidt - niet voor het eerst - de noodklok over zijn staat en schreeuwt om een nieuw zwembad, refereert de gemeente aan het onderzoek van de Witte Brug. Desgevraagd heb ik van de gemeente een technisch rapport ontvangen dat inderdaad duidelijk maakt met welke gebreken de Witte Brug kampt. De brandbrief zelf willen de Witte Brug en gemeente niet delen. Zwembaddirecteur Herman Rijsdijk wil wel kwijt dat de staat van de Witte Brug 'verontrustend' is.

Voor het college van burgemeester en wethouders (B&W) zijn de twee onderzoeken de reden geweest om vlak voor het zomerreces te besluiten dat de gemeente gaat inzetten op de bouw van een zwembad dat modulair gebouwd wordt, zodat er later een sporthal aan vast gebouwd kan worden. Die grote sporthal kan dan de sporthal in sportcentrum De Bloemen vervangen. Die sporthal is namelijk al tientallen jaren oud - maar blijft voorlopig overeind.

Beems en zijn collega's hadden liever een klap gegeven op de bouw van een zwembad plus sporthal, benadrukt hij. De business case concludeert namelijk dat gelijktijdig bouwen gunstiger is voor de exploitatie, het opwekken van duurzame energie en het naar beneden drukken van het CO2-verbruik van gemeentelijk vastgoed. Dat laatste is niet alleen mooi meegenomen; de gemeente moet van de overheid in 2030 een CO2-reductie van 55 procent gerealiseerd hebben. Met een nieuw zwembad en sporthal kruipt de teller al naar 53 procent, stelt de gemeente. Met enkel een nieuw zwembad moeten er meer, kleinere projecten verduurzaamd worden om die besparing van 55 procent te halen.

Voor Beems en zijn collega's is het een bittere pil dat jaren van onderzoek doen uitwijst dat een zwembad plus sporthal bouwen de beste keuze is, maar de gemeente door geldgebrek toch lijkt te kiezen voor de mindere keuze. Of dat echt gaat gebeuren, wordt pas in 2026 duidelijk. De gemeenteraad neemt dan het definitieve besluit. Dit najaar, waarschijnlijk in oktober, vindt er eerst een informatieavond plaats waarop de gemeenteraad geïnformeerd wordt over de stand van zaken.

Definitieve ontwerptekeningen van het nieuwe zwembad hoeven we in oktober nog niet te verwachten, denkt Beems. B&W heeft de architect, AGS Architecten, na jaren van pauze nu echt aan het werk kunnen zetten om realistische tekeningen te maken. AGS maakte eerder impressies van het verwachte zwembad, maar Beems beaamt dat die niet zo realistisch meer zijn. Zo krijgt het zwembad om praktische redenen minder glas dan op de eerste tekeningen, wordt het totale complex vooralsnog kleiner omdat er nog geen sporthal in komt en lijkt de groene recreatiestrook voor het pand een andere vorm te krijgen. AGS neemt in de nieuwe tekeningen ook inzichten mee die de gemeente de afgelopen jaren heeft opgedaan door te kijken bij andere zwembaden, zegt de wethouder.

Beems en ik hebben een tijd gepraat over een financiële vraagstuk dat nauw verbonden is met een politiek vraagstuk. Een lezer schreef mij vorige week waarom de gemeente de grond van de Witte Brug en eventueel ook sportcentrum de Bloemen niet verkoopt om met die inkomsten het gat van vijf ton per jaar voor een nieuwe sporthal te dekken. De gemeente is namelijk de eigenaar van beide gronden en zou die kunnen verkopen aan commerciële partijen die er bijvoorbeeld woningen willen ontwikkelen.

Beems vindt het een interessante gedachtegang waar volgens hem zeker wat voor te zeggen valt, maar geeft aan dat een meerderheid van de Castricumse gemeenteraad heeft besloten om niet op zo'n manier te werken. Daar valt ook wat voor te zeggen, want door de grond in eigen beheer te houden, kan de gemeente bijvoorbeeld betaalbare woningen realiseren op de grond. Een commerciële ontwikkelaar zal eerder kiezen voor dure woningen, want die leveren onder de streep meer winst op.

Interessant aan het zwembad-dossier is dat de gemeenteraad dus in 2026 een besluit moet nemen. Wanneer in 2026 is volgens Beems nog niet te zeggen; dat hangt volgens de wethouder af van de planning. In maart zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Als de besluitvorming over het zwembad ná de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvindt, kan een nieuwe gemeenteraad zijn standpunt over de grondverkoop om een sporthal te financieren heroverwegen. Of niet, dat kan natuurlijk ook. Beems zegt er geen rekening mee te houden en zo snel als mogelijk te werken, zodat de bouw van het zwembad eind 2026 kan starten en de oplevering in het voorjaar van 2028 kan plaatsvinden.

Castricummers en toeristen kunnen dan - als alles voorspoedig gaat - zwemmen in een wedstrijdbad en een apart bad met onder meer een glijbaan. Er komt ook een centrale voorziening met horeca. Kan de gemeente later alsnog structureel vijf ton per jaar vrijmaken, dan kan de sporthal eraan gebouwd worden. Voorzieningen als toiletten en horeca kunnen dan gedeeld worden om er één compleet complex van te maken, blikt de wethouder vooruit.